Veel bedrijven beschikken omwille van fiscale of operationele redenen over “slapende” liquide middelen. Bovendien brengen deze zo goed als niets op, of erger nog, ze verminderen in waarde doordat ze worden belegd tegen een opbrengst die lager ligt dan de inflatie. Is het verstandig om deze liquide middelen te beleggen op de aandelenmarkt? Hoe begint u eraan? Dat leggen we u met plezier uit in deze blog.
Sinds 2015 kunnen kleine vennootschappen elk jaar een deel of het geheel van hun winst reserveren in een "liquidatiereserve" mits onmiddellijke betaling van een bijdrage van 10% op deze bedragen. Bij een latere belasting van de vennootschap ontsnapt de vereffeningsreserve aan elke bijkomende belasting. Bovendien zijn dividenden die 5 jaar na de opbouw van deze reserve worden uitgekeerd onderworpen aan een verlaagde bronbelasting. Dankzij dit mechanisme beschikken veel bedrijven over een "bedrijfskapitaal" dat gelijk is aan 5 jaar aan liquide middelen waarvan de levensduur gelijk is aan die van de vennootschap. Dit is kapitaal dat op lange termijn belegd kan worden en het zou zonde zijn om dit kapitaal te laten afbrokkelen door inflatie op een spaarrekening!
Voor degenen die eraan twijfelden: het antwoord is ja! Tenzij de statuten het uitdrukkelijk verbieden is het voor een bedrijf toegestaan om op de beurs te beleggen. De toegepaste regels verschillen wel van die van een belegging als natuurlijk persoon, dus overhaast je niet.
In tegenstelling tot beleggen als natuurlijke persoon wordt de meerwaarde op beleggingen als rechtspersoon beschouwd als een belastbaar financieel product dat dus onderworpen is aan vennootschapsbelasting. Bovendien zijn kapitaalverliezen op beleggingen door vennootschappen niet aftrekbaar. Het risico dat de investerende vennootschap loopt is dus tweeledig: het risico dat zij geld verliest op haar investering, en het risico dat zij belasting betaalt over een bedrag waarover zij niet (meer) of niet volledig beschikt.
Rekening houdend met de belasting die van toepassing is, is het beter om niet te beleggen in individuele bedrijven of aandelen omdat het risico van kapitaalverlies groter zal zijn. Door met een passieve strategie te beleggen in één of meerdere trackers die de prestaties van de individuele aandelen van de index samenvoegt, verhoogt men de kans op een positief rendement op lange termijn en minimaliseert men dus het fiscale risico voor het bedrijf.
Goed nieuws, in België is de btw terugvorderbaar en zijn de beroepskosten aftrekbaar. Uw vennootschap zal dus de beheerskosten voor een portefeuille die op haar naam is geopend, kunnen aftrekken en de bijbehorende btw recupereren.
Aangezien de meerwaarden in de vennootschap worden belast moeten ze in de boekhouding van de vennootschap worden opgenomen. Het zal dus nodig zijn uw boekhouder toegang te geven tot de rekeningafschriften van de effectenrekening van uw vennootschap. Bovendien vereist de anti-witwaswetgeving dat financiële instellingen de uiteindelijke begunstigden identificeren van de vennootschappen waarvoor zij rekeningen openen; dit wordt UBO-wetgeving genoemd, UBO staat voor Ultimate Beneficial Owner. Alle personen die verantwoordelijkheid hebben in de vennootschap - bedrijfsleiders, bestuurders - evenals al degenen die 25% of meer van het kapitaal in handen hebben moeten formeel worden geïdentificeerd. Ten slotte willen wij erop gewezen dat, om als vennootschap te kunnen beleggen, een LEI-code (Legal Entity Identifier) moet worden aangevraagd.
Hoewel de belastingheffing ontegensprekelijk voordeliger is voor de individuele belegger zijn er voor ondernemers tal van redenen - met name de hierboven beschreven liquidatiereserve - om cash in zijn vennootschap te houden. Als die liquide middelen een tijdlang in de onderneming zullen blijven, lijkt het beleggen ervan in een gediversifieerde portefeuille een slimme zet. Uw onderneming profiteert zo van de marktrendementen en zal u op haar beurt wanneer de tijd rijp is veel meer kunnen uitbetalen!