Het conflict in Oekraïne slaat hevig toe aan de grenzen met Europa en jaagt miljoenen mensen op de vlucht. Om Rusland ertoe aan te zetten het conflict te beëindigen, verlamt het Westen de Russische economie met sancties. Vreemd genoeg blijven de markten opmerkelijk overeind in deze grote geopolitieke crisis. Laten we daarom even dieper onderzoeken welke plaats Rusland inneemt op het wereldwijde financiële schaakbord, om beter te begrijpen waarom de respons op zo’n verschrikkelijk conflict zo lauw kan zijn.
De Beurs van Moskou, gesloten sinds 25 februari, heeft zojuist haar heropening aangekondigd. Alle internationale investeerders trachten hun Russische aandelen te verkopen, aan eender welke prijs. Ratingbureaus hebben de Russische schuld gedegradeerd tot speculatief. Grote indexfondsaanbieders halen Russische holdings uit hun fondsen... Kortom, de Russische financiële markt is geen roebel meer waard. In werkelijkheid is Rusland, ondanks zijn geopolitieke en militaire macht, altijd al een kleine speler geweest op de aandelenmarkt.
Het grootste land ter wereld is verre van de grootste economie ter wereld. Op vlak van BBP stond Rusland in 2020 ‘slechts’ op de 11e plaats op de wereldranglijst, tussen Zuid-Korea en Brazilië. Het contrast tekent zich nog duidelijker af als we kijken naar het BBP per hoofd van de bevolking: $10.000 per jaar voor een Rus, tegenover $45.000 voor een Belg en $65.000 voor een Amerikaan.
Een land met een beperkte economie heeft gewoonlijk ook een beperkte aandelenmarkt. In Rusland blijkt dit alvast te kloppen: de hoofdindex van de beurs van Moskou, de MOEX, omvat slechts 41 aandelen. Zij zijn goed voor ongeveer 90% van de marktkapitalisatie van alle in Moskou genoteerde aandelen. Op 31 december 2021 was de MOEX slechts €765 miljard. Dat is vier keer minder dan de marktkapitalisatie van Apple alleen! Ter vergelijking: de Bel 20 heeft een gecombineerde marktkapitalisatie van €288 miljard, en het grootste aandeel, AB InBev, €92 miljard.
Als we de MOEX onder de loep nemen, wegen drie bedrijven samen voor meer dan 40% door op de index: de gas- en oliereus Gasprom (16%), de olieproducent Lukoil (13%) en de bank Sberbank (13%). Toch overschrijdt geen van deze drie de waarderingsdrempel van €100 miljard, zelfs Gazprom niet, dat nochtans profiteerde van de forse stijging van de gas- en olieprijzen.
Voor de rest – en dat is typisch voor opkomende economieën – stellen we vooral vast dat Rusland zeer afhankelijk is van grondstoffen. De weinige technologieaandelen in de MOEX hebben relatief lage waarderingen.
Naast de omvang van de economie weegt natuurlijk ook het aan Rusland verbonden risico door op de beurskapitalisatie van beursgenoteerde bedrijven. Zogenaamde opkomende economieën kennen per definitie vaak een hoger landenrisico dan ontwikkelde economieën. Voor Rusland weerspiegelt dit risico de vele uitdagingen waarmee het land te kampen heeft: een zwak bestuur, onvoldoende infrastructuur, en natuurlijk grote geopolitieke spanningen.
Zowel de daling van de Moskouse beurs als het buitenspel zetten van de Russische economie hebben weinig invloed op de internationale financiële markten. De reden daarvoor is tweezijdig: de omvang van de Russische financiële markt is redelijk beperkt, en de Russische financiële markt is maar in beperkte mate verbonden met de rest van de wereld. De Oekraïense economie is nog kleiner en minder verbonden. Dit verklaart de gedempte reactie van de wereldwijde aandelenmarkten op het conflict in Oekraïne, ondanks de omvang ervan en de tragedie waarmee de bevolking wordt geconfronteerd.